Wat bied jij ‘t innerlijk kind in jezelf?
“Maar ik ben zo boos op mijn ouders dat ze me niet hebben gegeven wat ik nodig had!”
Deze zin hoor ik regelmatig, in soortgelijke woorden en verschillende toonaarden, voorbij komen in mijn
praktijk. De een zegt het bijna fluisterend, de ander zegt het in een flinke schreeuw. De een zegt het op
een hele droge, bijna emotieloze toon, de ander zegt het met de tranen rollend over de wangen.
Ten grondslag aan deze zin ligt vrijwel altijd een groot verdriet. Een verdriet veroorzaakt door een gemis.
Een gemis veroorzaakt door een (intens) negeren door ouders van behoeften die mensen als kind hebben
ervaren en waar ouders, om wat voor reden ook, meestal niks aan konden doen. Geen enkele ouder kiest
er namelijk bewust voor om de behoeftes van hun eigen kind te negeren, en toch is het verhaal van een
ouder soms zo zwaar, dat ouders geen oog kunnen hebben voor de behoeftes van hun eigen vlees en
bloed.
Menig coach kent en gebruikt de zin: “je ouders deden wat ze konden en hebben hun best gedaan”. De
reacties van klanten zijn divers:
“Hun best gedaan? Ga je nou vertellen dat ze hun best hebben gedaan? In de kou laten staan, dát is wat
mijn moeder deed! Ze was er niet, ze had geen oog voor mijn behoeften! Ze had alleen maar oog
voor……….. ! en ook nu doe er nog steeds niet toe.”
“Hun best gedaan? Waarom was mijn vader dan altijd aan het werk en heb ik nog steeds geen idee wie hij is?
Zelfs nu, als ik een enkele keer op bezoek ga, gaat het alleen maar over hem en zijn carrière en successen.
Naar mijn carrière wordt niet gevraagd; mijn verhaal doet er nog steeds niet toe.”
“ Ik heb als kind zo mijn best gedaan om niemand tot last te zijn, want mijn ouders hadden het al zo
zwaar. En nu, in contact met mensen, kan ik me nog steeds onzichtbaar voelen, maar ik wil juist wel
gehoord en gezien worden. Ik wil ook meedoen in deze wereld! “
Soortgelijke denkbeelden komen regelmatig voor. De oorzaak ligt bij hoe de mens als kind welkom is
geheten en hoe zeer het kind het gevoel kreeg er toe te doen, van belang te zijn om wie hij of zij was, niet
om wat hij of zij deed. Een gevoel van veiligheid, tevredenheid en rust is dan in het volwassen leven ver
te zoeken. Met alle gevolgen van dien: van kleine deukjes in het zelfvertrouwen tot aan depressie en
zelfhaat en alles wat daar tussen kan zitten, het grijze gebied.
Deze denkbeelden zijn funest als je een gevoel van tevredenheid en innerlijke rust nastreeft. Een gevoel
van; ik ben oké met mezelf. Ik ben oké zoals ik ben. Ik hou van mezelf zoals ik ben.
Toch zijn juist deze negatieve denkbeelden en overtuigingen prachtige ingangen om mee te werken als
coach.
Waar de focus op komt te liggen is dat het kleine kind in jou een leegte heeft gevoeld en veel heeft
moeten missen. Op de eerste plaats komt daar veel erkenning voor en bevestiging dat het een enorm
gemis was en is! Er komt ruimte voor de boosheid en het verdriet. Door ruimte te bieden in sessies aan
wat je als kind moest missen, door ruimte te bieden aan het gemis en het verdriet dat daardoor is
veroorzaakt, kun je ontspannen en creëer je innerlijke ruimte en rust.
Vervolgens komt de focus op hoe je nu, in het heden en de toekomst, actie kan ondernemen en de
overtuigingen kan veranderen. Dat dat wat je moest missen zélf kunt geven aan dat kleine kind dat nog
steeds in jou huist. Daar zit de truc; je kleine IK geven wat je als kind moest missen en wat je nu, als
volwassene, heel mooi kan geven aan die kleine IK. Als het ware met terugwerkende kracht het kind in
jou gelukkig maken met wie hij is, en wat hij allemaal kan!
Truc? Is het zo simpel, een truc? Ja en nee! De eenvoud zit hem wel in de beweging; jouw kleine geven
wat je miste als kind. Want je hoeft je ogen maar te sluiten en je ziet vrijwel direct je kleine ik staan!
Probeer het maar eens; sluit je ogen voor een paar seconden….en visualiseer jezelf als kleine. Wat zie je?
Wat heb je aan? Waar ben je? Wat zie je in de ogen van jouw kleine ik? ….dit beeld, daar gaat het
om….die kleine ik, is nog steeds springlevend.
Wat het lastig maakt is dat je jezelf moet gaan trainen in het voortdurend in contact zijn met de kleine in
jou. Dat vraagt om commitment en dagelijks oefenen. Zo zorg je dat er een interne dialoog op gang komt
waarin je dagelijks meerdere malen checkt of de kleine nog steeds blij is met wat de grote doet en of de
kleine ik zich gezien voelt.
Zo kun je jezelf trainen om goed voor jezelf te zorgen. Want als jij luistert naar wat de kleine in jou wil,
dan zorgt de kleine in jou dat je in het NU beter zorgt voor jezelf, dat je beter luistert naar wat je echt
wilt, dat je gaat doen wat goed voor jou is.