Van interne criticus naar positivicus
Hoe heb ik zo dom kunnen zijn? Hoe kan het dat anderen dat wel kunnen en ik niet? Waarom weet hij dat wel en ik niet? Niemand kiest voor mij! Waarom lijkt het alsof mijn vriendinnen veel succesvoller zijn dan ik? Hoe komt het dat mijn baas me nog steeds niet voor vol aan ziet? Waarom hou ik mensen op afstand? Waarom krijgt hij die promotie en ik alweer niet? Ik doe er niet toe. Ik ben anderen tot last. Ik ben niet belangrijk.
Ken je dat? Die stem in je hoofd die steeds maar herhaalt wat anders had gemoeten, wat je anders had gewild, wat er niet klopt aan jezelf? Want als dat maar wél was gelukt, dan was je nu een beter mens, dénk je. Dat je pas tevreden mag zijn met Z als je eerst A t/m Y goed doet?
De interne criticus zit in ons allemaal. Een stem (ook wel het ego genoemd), die ons in een bepaalde fase in het leven, of wellicht je hele leven al, in een soort greep houdt waardoor een ontspannen en tevreden leven ver bij je vandaan lijkt. Een stem die je voortdurend op je zwakheden en minpunten wijst. Ik bedoel niet de stemmen die mensen met een psychische aandoening denken te horen. Ik doel op de ‘stem’ die we allemaal in meerdere of mindere maten horen van achteren, over onze schouder. Een repeterende gedachte.
Die stem weerhoudt je van echt genieten, ligt altijd op de loer, en wanneer er ook maar de kleinste aanleiding toe kan zijn, laat die stem van zich horen en ben je voor je gevoel weer terug bij af, terug in de hoek van ‘ik ben niet oké’. Als een klein kind dat staf krijgt van de juf en in de hoek moet staan om te boeten. Zo lijken we onszelf te straffen, alsof het zo hoort te gaan.
Deze interne kritisch doet je geloven dat jij als mens niet voldoet, je eigenlijk nooit zult voldoen. Dat het leven om voorwaardelijkheid draait in plaats van onvoorwaardelijkheid. Dat je liefde moet verdienen in plaats van gewoon mag ontvangen. Voor wat hoort wat. De stem maakt dat je moe bent, erg gevoelig kunt reageren op dingen die normaliter je niet zo raken en dat het huilen je nader staat dan het lachen. Blikken, tips en vragen van geliefden lijken alleen maar te bevestigen wat jij je stem dagelijks hoort herhalen; jij bent niet oké!
De bron van deze stemmen ligt in je jongste jaren. Je ouders hebben, met alle liefde van de wereld, je het beste proberen mee te geven. Door allerlei goed bedoelde adviezen en correcties, heb je als kind daar bepaalde boodschappen aan gekoppeld. Die boodschappen heb je als het ware opgeslagen in je hoofd en daar een ‘stem’ aan gekoppeld. Die ‘stem’ hoor je dan afgespeeld in je hoofd.
Die boodschappen heten in de Transactionele Analyse (kortweg TA) ‘drivers’. Er zijn vijf drivers; Wees perfect, Doe de ander een plezier, Doe je best, Wees sterk en Schiet op. Het kan zijn dat je door deze drivers bepaalde overtuigingen over jezelf hebt ontwikkeld die niet heel positief zijn. Die overtuigingen heten in de TA Injuncties. Het zijn er een stuk of 12. In de kern komen ze allemaal op hetzelfde neer; je bent niet ok zoals je bent, je mag niet…..(vul zelf maar in).
Het tegenovergestelde van die drivers heet in de TA ‘allowers’. Als je geluk had met je ouders hebben ze je die flink veel meegegeven. De vijf allowers zijn; Zoals je bent ben je oké, Doe jezelf een plezier, Wees open en uit je behoeften, Doe het maar en Doe het in je eigen tempo.
Hoe de verhouding tussen de drivers en de allowers is, is voor eenieder anders, de ene persoon heeft het daar zwaarder mee dan de ander. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet alleen bij de ouders, we hebben er als kind zelf ook een bepaalde rol in. Als kind hebben we er een bepaalde toon aan gegeven, de boodschap op een bepaalde manier binnen laten komen en er vervolgens een bepaalde lading aan gegeven. Dat heeft mede de heftigheid en negatieve toon bepaald. Soms zie je dat het ene kind uit een gezin vrij licht door het leven gaat, de boodschappen lichter heeft geïnterpreteerd of opgepikt en het andere kind kan er zwaar onder gebukt gaan en het er juist heel zwaar mee heeft. De lichtdenker versus de doemdenker zou je kunnen zeggen.
Het mooie is dat je deze overtuigingen kan herschrijven en herformuleren, zodat de stemmen in je hoofd voedend worden. In die zin is het nooit te laat voor een gelukkige jeugd, hoe oud je ook bent. Je kunt jezelf dit, met de nodige discipline en oefening, weer met terugwerkende kracht geven.
Als je jezelf in deze omschrijving herkent, weet dan dat er genoeg mogelijkheden zijn om de stem van het ego een tegengeluid te bieden. Om de negatieve klank van de stem om te vormen naar een positief geluid. Want iedereen heeft het recht op een positieve criticus; laten we zeggen: een positivicus!
Benieuwd hoe je jouw drivers en injuncties kan omvormen door middel van allowers tot positievere overtuigingen en stemmen? Wil je weten hoe een positivicus te worden?