Je bent waar je vandaan komt
Om te weten wie je bent, moet je weten waar je vandaan komt. Keer terug, keer terug, keer honderdmaal terug. Een gedicht van Rumi vind ik hier zo mooi bij passen, voor het eerst gehoord uit de mond van Wibe Veenbaas tijdens de opleiding systemisch werk.
‘Keer terug, wat of wie je ook bent keer terug
afgodendienaar of aanbidder van het vuur, keer terug!
Want onze poort is niet de poort van wanhoop.
Al brak je een gelofte honderdmaal, keer terug!’
En dat is, in mijn beleving, de kern van een leven in rust en contact.
Want… hoe wil je tot rust komen als je band met je ouders rommelt en aan alle kanten rammelt? Hoe wil je tot rust komen als je geen weet hebt van de patronen die jou belemmeren? Hoe wil je tot rust komen als je verleden je achtervolgt? Hoe wil je tot rust komen als je leeft in achterdocht? Hoe wil je tot rust komen als je gedachten je mentaal blijven slachten?
Hoe wil je tot rust komen als je merkt dat er nog heel veel losse eindjes zijn die je vastbinden aan vroeger?
Hoe wil je tot rust komen als je relatie met je familie onder spanning staat? Hoe wil je tot rust komen als je fysiek lijdt onder het juk van je jeugd? Hoe wil je tot rust komen als je intern geen rust ervaart? Hoe wil je tot rust komen als je niet weet wie je bent of wilt zijn?
Dus begint de zoektocht, de tocht naar huis, de tocht naar vroeger, de tocht naar pijn en ongemak, naar weemoed en verlangens, naar de geuren, kleuren, geluiden en gevoelens van toen je nog een kind was.
De tocht naar de beelden en mentale foto’s die zijn opgeslagen in je hoofd, verstopt achter je ogen, vertroebeld door de tranen van ‘t verdriet die de weemoed soms overspoelen, de verlangens doen verbleken, de tocht naar huis onmogelijk lijken te maken.
En dan is ‘t soms wijs om te volharden, om te blijven geloven dat je in het weer naar huis gaan kunt kijken wat je tegenkomt, te ervaren wat je hebt gemist, te helen wat is gekrast.
En elke keer als je deze weg aflegt, zowel mentaal als fysiek, valt er een voile aan gewicht van je af, kun je het plaatje weer een beetje scherper zien, kun je je hoofd helderder krijgen, kan je hart verlichten…..en kom je telkens dichter bij jouw kern.
Geen garantie dat ‘t gefixt gaat worden, wel de hoop dat je met mildheid naar je eigen verhaal kan kijken en wellicht je thuis van toen meer kan gaan herkennen als een thuis van nu.
Omdat je bent waar je vandaan komt, omdat je bent wie je bent door de verhalen die je beleefde, omdat je bent wat je vroeger was, omdat de streek waar je geboren bent ook invloed heeft op je doen en laten, omdat je bent geboren uit je ouders met hun verhalen, omdat je bent wat je nu kiest te zijn zodat je kan worden wie je wilt zijn.
Zo maak je steeds weer de reis terug naar huis, keer je elke keer weer terug. Keer terug keer terug keer honderdmaal terug.
Het levensverhaal van Khalil Gibran spreekt me hierin heel erg aan. Hij was geboren in Libanon, in het bergdorpje Bsharri. Zichzelf in een zeer lastige thuissituatie staande weten te houden, nadat zijn moeder het eerst alleen met haar kinderen probeerde in Boston, keerde ze na een paar jaar terug naar Libanon.
Na een leven in armoede en een afwezige vader, ging hij als jonge knul op weg naar Europa; Londen, Parijs…en toen door naar Amerika en vestigde zich in New York.
Hij ontwikkelde zich als artiest, kunstenaar, schrijver. Op vrij jonge leeftijd leerde hij de dood van heel dichtbij kennen. Binnen 14 maanden stierven zijn zusje, halfbroer en moeder. Dit was van grote invloed op zijn schilder- en tekenkunst. Zijn gedichten en zijn poëzie geven deze emoties prachtig weer. Levend in Amerika, dat hij echt als zijn thuis beschouwde, bleef thuis trekken….en tegen het einde van zijn leven besloot hij dat hij op enig moment in zijn thuisland Libanon, in Bsherri, zijn kunst in het plaatselijke bergklooster tentoon wilde stellen.
Is dat niet ook het mooie van reizen? De hele wereld zien, om vervolgens de cirkels steeds weer rond te maken door naar huis terug te keren?
Door ziekte en een te vroege dood, kon hij zijn plannen niet meer zelf tot uitvoer brengen, maar ik geloof dat hij de reis van binnen al honderden malen gemaakt had. Gelukkig heeft zijn oudere zus, de enige overlevende van de familie, zijn wens in vervulling gebracht. Zij kocht het klooster, maakte er een museum van en gaf Gibran zijn laatste rustplaats beneden in de koele kelders van het robuuste gebouw. Op zijn tombe staan woorden die hij zelf heeft gekozen om erbij te plaatsen:
‘A word I want to see written on my grave:
I am alive like you, and I now stand beside you.
Close your eyes and look around, you will see me in front of you.’
Gibran was na zijn dood weer thuis. De weg naar jouw kern gaat via de weg naar wat vroeger thuis was, hoe ellendig of lastig ‘t soms wellicht ook was ooit. Weet dan dat ‘wat was’ voorbij is, dat ‘wat was’ je heeft gevormd maar dat ‘wat was’ niet meer hoeft te bepalen wie je nu bent en hoe je nu je leven wilt leiden; want zoals een groot voorbeeld voor mij, Piet Weisfelt altijd zegt; ‘je hebt een keuze!’. Dus mijn vraag aan jou is: ‘welke keuze maak jij?’
Meer weten over hoe jij de weg naar huis kan maken en wat je daar bij nodig hebt? Klik dan hier om te kijken wat er mogelijk is.