Gelukkig kinderloos
De afgelopen zomervakantie heb ik een paar weken in mijn geboorteplaats doorgebracht. Er stonden twee boeken van Boudewijn Buch op de plank in mijn ouderlijk huis, waar mijn moeder nog steeds woont. Na het lezen vroeg ik mij af waarom hij schrijft over een zoontje Micky dat om het leven komt.
Dit jochie heeft nooit bestaan zo blijkt na wat scrollen door Google
….en als ik lees hoe mooi en intens, hoe levensecht hij Micky beschrijft dan vraag ik me af; wie of wat symboliseert dit jochie?
Is Micky de afspiegeling van het jongetje dat Boudewijn ooit zelf had willen zijn maar niet kon zijn vanwege de gekte en tirannie van zijn vader( of is dat ook verzonnen?) Of symboliseert Micky het zoontje dat Büch zo graag gewild had maar niet kon krijgen? Is Micky de afspiegeling van een deel van Büch dat nodig was om te kunnen blijven staan in een zwaar leven dat werd overschaduwd door periodes van depressie en neerslachtigheid?
Of is het schrijven over de schoonheid en puurheid van een kind een manier om tegenwicht te brengen
…in een leven waar de volwassenen er soms een potje van maken omdat ze te getekend zijn door de pijn die ze hebben moeten doorstaan?
Het zal een combinatie zijn van dit alles zo vermoed ik of hij liet gewoon zijn schrijversfantasie de wilde loop.
Persoonlijk raakt de tweede optie me het meest; je leest en interpreteert als lezer tenslotte vanuit je eigen spectrum, belevenissen en kijk op wat de schrijver schrijft.
En zo kon ik het verlangen naar hoe het zou zijn om een kind te ‘hebben’ deze zomervakantie weer heel duidelijk voelen én weer voor een belangrijk stuk loslaten.
Hoe mooi had het geweest als mijn leven zo was gelopen dat ik een zoon of een dochter op deze wereld welkom had kunnen heten?
Welke spiegel was dit kind geweest voor mij en haar moeder? Wat voor mooie avonturen hadden we samen kunnen beleven? Welke maniertjes had het kind gehad? Wat zou het lievelingsdier zijn geweest? Welke kleur haar en ogen zou het kind gehad hebben? Wat voor studie en wat voor beroep zou het kiezen? Welke uitdagingen zou het voor komen te staan? Erover fantaseren en hier schrijven brengt al vreugde, laat staan het écht geboren worden. Kinderen krijgen is een geschenk en een zegen. Of je er nu bewust of onbewust voor kiest.
De afgelopen tien jaar was een zoektocht naar ‘wíl ik een kind op deze wereld zetten en zo ja; hoe dan?’
Het verlangen bleek er te zijn (en is er bij tijd en wijlen in vlagen nog steeds). Dan geniet ik van het gevoel dat dit verlangen met zich meebrengt. Een gevoel dat aangeraakt wordt als ik bijvoorbeeld een vader met een kind voorop op de fiets voorbij zie fietsen. Of als ik een gezin zie met twee dollende pubers die samen over het strand lopen.
Een aantal potentiële moeders, die ik onder andere leerde kennen via de stichting Meer dan Gewenst, passeerden de revue. Stuk voor stuk zorgvuldige en lieve vrouwen die dezelfde wens hadden en wellicht nog hebben. Maar je hebt niets in de hand in het leven, zeker niet of een kind je is gegund of niet. We bleken dan toch geen echt goede match. Alle voors en tegens maakten het op enig moment zo complex dat ik bij voorbaat al doorvoelde dat het onrustig en problematisch zou worden. Zeker niet de ideale omstandigheden om een kind te verwekken én in geboren te laten worden. Ik kon de liefde voor geen van de dames voelen zoals ik weet hoe mijn ouders dat voor elkaar voelden.
Voor mij is een kind in liefde verwekken belangrijker dan het heel erg willen en wensen zo leerde ik de afgelopen 10 jaar over mezelf.
Als ik ‘heel makkelijk’ en niet al te kritisch was geweest was geweest was ik nu vader. Er is genoeg vraag naar mannen die hun zaad willen donderen en geen verantwoordelijkheid of gezag willen of krijgen. De vraag naar 50-50 co-ouderschap is nu eenmaal een stuk kleiner heb ik gemerkt, zeker in Den Haag. (lees: vrijwel niet)
Een kennis van mij die formuleerde het als volgt; ‘als ik kinderen had willen krijgen was ik wel hetero geweest’. Hij heeft dan ook geen kinderwens en verklaarde dat door de opmerking die hij maakte. Is wat voor te zeggen, lijkt me heel praktisch om dat zo te ervaren, en zo simpel was het voor mij niet.
Wat hij zei gaf in het hoofd enige rust maar ik voelde ook dat het voor mij echt anders is, ik het verlangen écht kan voelen.
En zo zijn er vele kleuren en mogelijkheden in het (roze) vaderschap mogelijk; dat maakt me trots. Trots dat ik in een land woon waar al deze mogelijkheden kúnnen. Een land waar mannen en vrouwen hun vorm en uiting kunnen en mogen geven aan hoe zij een kind op deze wereld willen zetten, in welke vorm en welke constructie dan ook. En dit alles mede dankzij een organisatie als Meer dan Gewenst.
Nu mijn verlangen een plek heeft gekregen en er meer acceptatie is dat het ouderschap mij niet is gegund in dit leven, ervaar ik rust en blijdschap ineen.
Rust omdat het goed is zoals het nu is; blijdschap om datgene dat er wél is in mijn leven en waar ik nu meer dan ooit oog voor heb en dankbaarheid voor voel.
Gelukkig bleef ik trouw aan mijn eigen kader en wensen; vader worden op zijn laatst rond mijn 45e en een 50-50 verdeling, anders niet. Dat geeft nu meer rust en de mogelijkheid om de fase van rouw af te sluiten.
Regelmatig was er de verleiding om het dan toch te doen via een andere verdeling of een andere opzet, enkel als donor en geen gezag.
Gelukkig bleef mijn hart en kijk op roze ouderschap steeds als een paal boven water staan; 50-50 en anders niet. Die standvastigheid maakt nu dat ik tot rust kan komen. Ik kan de droom om papa te worden steeds meer los laten; ook al zal het verlangen altijd blijven bestaan.
Kiezen voor datgene waar je voor staat geeft duidelijkheid en richting zo voel ik.
Hoe nu verder? Ik zal het verlangen blijven voelen als het de kop weer opsteekt. Ik ga de kinderen die in mijn leven komen via werk welkom blijven heten. Ik wil blijven genieten van de momenten dat ik ouders in beeld of via het gesproken woord liefdevol of in strijd met kun kinderen zie.
En als er weer een vader met zijn kindje voorop voorbij fietst?
…dan zal ik mijn hart, dat dan zeker een sprongetje maakt, blijven voelen en vervolgens diep doorademen. Het is goed zo.
Gelukkig kinderloos? Ja, zo voelt het in deze fase wel, niet ‘gelukkig kinderloos’ maar wel gelukkig ook al ben ik kinderloos.