De ontwrichting en uitholling van de kwaliteit van scholen.
De artikelen die ons om de oren vliegen de afgelopen maanden over de noodsituatie in het onderwijs is schrikbarend, zo valt te lezen in ‘t NRC van dinsdag 9 juli getiteld ‘Slapeloze nachten door lerarentekort’, ‘t artikel in het AD van 19 juli getiteld ‘Lerarentekort breekt Speciaal Onderwijs op’ en t artikel van 8 juli getiteld:
‘Lerarentekort loopt verder op: Funest voor de kwaliteit’ van NOS Binnenland.
Het artikel van 24 augustus ‘dagen geen leraar of met 59 in één klas; dit merken kinderen van het lerarentekort’ van RTL Nieuws , ’t artikel van ‘t AD van 19 juli ‘Lerarentekort breekt speciaal onderwijs op’ en ‘Basisscholen stoppen per direct met het inhuren van uitzendkrachten uit t Parool…en dan heb ik pas een klein deel genoemd. Al deze en vele andere artikelen deden me besluiten om een blog te schrijven over de noodsituatie die gaande is in het onderwijs én om de directeuren, aan het begin van het nieuwe schooljaar een hart onder de riem te steken.
Ik studeerde af in 1997 en loop inmiddels dus al een jaar of twintig mee in het onderwijs. Anno 2020 is er veel veranderd in de basisscholen. Ik kom als leerkracht, coach en trainer in veel scholen en wat ik zie in de huidige onderwijspraktijk, baart mij (en hopelijk ministeries) grote zorgen. Wat is er aan de hand?
Vroeger kon je als directie kritisch zijn en kiezen uit vijf tot tien kandidaten. Je voerde gesprekken en koos de beste match, die niet altijd maar meestal wel ook de beste match bleek.
Door de tekorten aan leerkrachten en met name mannelijke (maar zeker ook vrouwelijke) ontstaat er op dit moment een marktwerking die de scholen uitholt; zowel kwalitatief als inhoudelijk!
Als je namelijk als leerkracht iets wilt is het niet meer belangrijk of je ervaring hebt, credits hebt opgebouwd, na jaren van kinderen les geven veel ervaring hebt opgedaan, cursussen hebt gevolgd of de passende opleidingen hebt afgerond die je een vaardige leerkracht maken. Het enig dat vandaag belangrijk lijkt te zijn is wat de leerkracht wil in plaats van wat hij kan.
Leerkrachten kunnen tegenwoordig veel meer eisen, want als je niet krijgt wat je wilt, dan ga je toch gewoon naar een andere school die jou dat wel kan geven? Je kan kiezen; en dus kan je je eisen op tafel leggen. En directeuren? Als ze niet buigen laten deze leerkrachten ze barsten, dus wat doe je dan als directie; je buigt sneller dan normaal.
Want beter een zakelijk ingestelde leerkracht die ‘het onderste uit de kan probeer te halen’ dan een onbemande klas.
En dat is in mijn beleving een kwalijke zaak; niks mis hoor met een leerkracht die voor zichzelf opkomt en graag LC schaal wil hebben, maar dat je als directie niet meer kan kiezen uit de beste kandidaat maar het moet doen met ‘die ene kandidaat die eigenlijk geen goede match is, maar ja, er is niks anders beschikbaar’ is zeer kwalijk. En dan op de koop toe toch een LB-schaal kado, ook al functioneert diegene matig tot voldoende.
Ook de recruitment-bureau’s springen gretig in het gat van de ontstane tekorten. Ze bieden hogere salarissen aan leerkrachten die in dienst zijn van hen (soms tot 5 schalen hoger dan de collega’s met een vast contract die 10 jaar jonger zijn) en zelfs een auto van de zaak. Een uurloon van 165 euro schijnt gemiddeld c.q.’normaal’ te zijn… en dan hebben we het bedrag nog niet genoemd dat de recruitment-bureau’s er aan over houden.
Het lijkt wel de huidige huizenmarkt; the sky is the limit, ‘ze’ vragen en directeuren zitten met de handen in het haar en zijn gedwongen het te betalen; dan maar minder geld vrij maken voor nieuw meubilair of onderhoud aan het gebouw.
Dus een starter krijgt zomaar evenveel als een kracht die al 10 jaar werkt. Kan en weet deze nieuweling meer? Nee. Is hij meer bevlogen? Wellicht? Hoezo scheefgroei en disbalans? Wat is goed? Wat is fout? Wat is ethisch nog verantwoord en wat kan écht niet?
Wanneer heb je nog hart voor de zaak en wanneer ben je geworden tot een gretige slang die zijn positie en diploma misbruikt voor persoonlijk gewin?
Commitment, dat wat vroeger normaal leek, vervaagt met de tijd. Je startte als lerend leerkracht; je leerde van je collega’s over de ins and outs en wat de moraal was van je school. ‘Zo doen we dat’. En omdat er een ruim aanbod aan leerkrachten was ging je er zoveel mogelijk in mee; want voor jou vijf anderen.
Maar daar is nu geen sprake meer van; want de klassen krijgen ze amper bemenst. En hoe groter de tekorten, hoe meer vervaging van moreel besef en commitment er lijkt op te treden.
Kun je het de mensen kwalijk nemen? Nee, ik denk het niet, want waarom blijven op een school met een LA schaal, als je heel makkelijk over kan stappen naar een andere basisschool die je wél die LB schaal wil geven, of overstappen naar het VO waar je zelfs een LC schaal kan krijgen.
Waarom vijf dagen les geven aan kinderen als je graag twee dagen uit de groep wil om wat voor reden dan ook? Een beetje moderne school gaat mee met de tijd en creëert flexbanen en maakt ruimte voor professionele uitdagingen binnen de school. Een goede ontwikkeling, maar het mag in mijn ogen niet doorslaan.
Voor je het weet is iedereen aan het werken vanuit huis, is iedereen aan het coachen, begeleiden, sturen, plannen, coördineren, stukken uit aan het werken, structuren, en nog meer werkwoorden aan het doen waarvan je je af kan vragen wat het nog met ‘werken met kinderen’ te maken heeft.
Daarnaast kan je je afvragen of een pabo-diploma voldoende vaardigheden aanbiedt om al deze nevenvaardigheden te beheersen. Getalenteerd zijn wil niet zeggen dat je geen gedegen opleiding hoeft te volgen. Secretariële vaardigheden leer je per slot van rekening bij Schoevers en coachen of RT-en kun je pas écht goed als je er een opleiding voor hebt gevolgd. Je kan niet zomaar als coach ingezet worden Als je totaal geen opleiding hebt gevolgd waarin je flink met jezelf geconfronteerd wordt en je bewust bent van je kwaliteiten en valkuilen; je mag niet zomaar in een leidinggevende functie komen als je geen studie hebt gevolgd waarin je flink doormidden gezaagd wordt. ‘Je kan zo goed luisteren en ligt goed in de groep’ kan nooit een reden zijn om iemand tot coach aan te stellen.
Er ontstaat een wildgroei aan keuzes en eisen: als ik ’t niet hier mag doen ga ik wel elders heen, die voor scheefgroei zorgen.
Die wildgroei en eisen tornen aan de visie waar een school voor staat. En dus gaat een school wankelen, krijg je scheve ogen, wordt het onrustig en gaan ook de mensen die gecommitteerd zijn op zoek naar wat anders; per slot van rekening kozen ze voor een school met moraal. Als de moraal verdampt en oplost, als er geen gezamenlijkheid en sfeer van ‘samen de zaak klaren’ meer heerst, dan raken ook de blijvers hun focus en betrokkenheid kwijt.
Zo worden succesvolle scholen een gatenkaas die heel snel smelt vanwege de hitte die wordt veroorzaakt door de spanning die er heerst.
Een spanning veroorzaakt door ongezonde marktwerking, gebrek aan geschoolde mensen op de juiste plekken, money-seekers en zakelijke slangen die niet meer in eerste instantie bezig zijn met passie voor kinderen maar meer met passie voor eigen bankrekening; en geef ze eens ongelijk. Wat is goed, wat is slecht, wat is scheef, wat is krom en wat is recht?
Geen idee; maar het recht van kinderen op gedreven, geschoolde en bevlogen mensen voor hun groep zou prioriteit moeten zijn. Dat lijkt nu, door de ontwikkelingen en uitholling van het onderwijs, ondergeschikt en een bijna niet te keren tij.
Wanneer gaat de regering, ditmaal onder leiding van Arie Slob, dit nu eens inzien?
En wanneer gaan ze er werkelijk eens wat aan doen? Niet met de gebruikelijk schijnbewegingen en sigaren uit eigen doos, na de zoveelste staking, maar daadwerkelijke structureel significante loonsverhogingen, zodat jonge meiden en knullen die een studie gaan kiezen het onderwijs weer kiezen omdat ze het én leuk vinden én de waardering terugzien in hun maandelijkse salaris en ruime doorgroeimogelijkheden. Pas dán zal het tij keren en zal er sprake zijn van meer aanmeldingen bij pabo’s, groeit het aanbod voor directeuren, die dan weer de beste kunnen kiezen die past bij hun moraal, in plaats van tevreden moeten zijn met ‘die ene die toevallig over was’.